Hierop willen we een antwoord geven vanuit onze onderzoeksresultaten. Om de eerste vraag te beantwoorden, starten we met wat meer uitleg over onze vragenlijst en wie deze invulde.
Om een relevante vragenlijst (of assessmentinstrument) op te stellen, gingen we eerst op zoek naar de mogelijke factoren (gedragsdeterminanten) die het dragen van gehoorbescherming (het gedrag) kunnen beïnvloeden. Dit deden we tijdens ons vooronderzoek bij een 10-tal industriële ondernemingen uit diverse sectoren aan de hand van (groeps)gesprekken met werknemers en preventieadviseurs. Al deze factoren brachten we onder in het Gedragswiel van het Vlaams Instituut Gezond Leven. Hieruit ontstond de vragenlijst met maar liefst een 80-tal vragen, gebundeld in verschillende categorieën (zoals draagcomfort en gebruiksgemak, communicatie, aanmoediging uit de omgeving, voorbeeldfunctie, …).
De vragenlijst werd door 925 werknemers en ploegleiders en 21 preventieadviseurs ingevuld uit 20 bedrijven van verschillende grootte en sector: kmo, GO / chemie-, bouw-, hout-, kunststof-, metaal-, textiel-, logistiek-, voedingssector en een drukkerij.
De vragenlijst werd door 2 groepen van bedrijven ingevuld:
De eerste groep vulde de vragenlijst in tussen januari en maart 2022 en had volgende kenmerken:
-
8 bedrijven: 4 KMOs – 4 GOs
-
Sectoren: voeding, chemie, hout, textiel, metaal en overige
-
Aantal werknemers (incl. Ploegleiders) = 455
-
De vragenlijst werd uitsluitend in het Nederlands aangeboden.
-
Geslacht: ♂ 395 (87%) ♀ 60 (13%) X 0
-
Leeftijd:
-
De tweede groep vulde de vragenlijst in tussen september en november 2022 en had volgende kenmerken:
-
12 bedrijven: 7 KMOs – 5 GOs
-
Sectoren: voeding, chemie, bouw, textiel en metaal
-
Aantal werknemers (incl. ploegleiders) = 470
-
De vragenlijst werd in verschillende talen aangeboden (Frans, Engels, Oekraïens, Pools, Georgisch en Russisch). 26% van de participanten vulden de vragenlijst niet in het Nederlands in.
-
Geslacht: ♂ 380 (81%), ♀ 88 (18%) en X 2 (1%)
-
Leeftijd:
-
Eerste groep
Tweede groep
In de eerste groep gaf 44% aan (bijna) altijd de gehoorbescherming te dragen. In de tweede groep was dit 29%.
Groen: eerste groep, blauw: tweede groep.
Op maat gemaakte oordoppen (otoplastieken), moussen oordoppen en oorkappen worden het meest gedragen. Belangrijke opmerking: niet alle types waren in elk bedrijf beschikbaar, noch gekend bij de preventieadviseur.
Groep 1 | Groep 2 |
55% kent het maximale geluidsniveau waaraan ze worden blootgesteld op de werkplek niet. | 57% kent het maximale geluidsniveau waaraan ze worden blootgesteld op de werkplek niet. |
55% weet niet vanaf wanneer geluid schadelijk is als je er 8u aan blootgesteld wordt. | 59% weet niet vanaf wanneer geluid schadelijk is als je er 8u aan blootgesteld wordt. |
Het antwoord hierop kan je terugvinden onder stap 1: Waarom wordt gehoorbescherming wel of niet gedragen?
Aan de hand van statistische modellen (lineaire en ordinale regressie, CIBER-methode) werd nagegaan welke gedragsdeterminanten (gelinkt aan het Gedragswiel) het sterkst in verband staan met het doelgedrag (dragen van gehoorbescherming). Het kan gaan om een positief verband (hoe meer ze akkoord gingen met de gedragsdeterminant, hoe meer het doelgedrag stelt wordt) of een negatief verband (hoe meer ze akkoord gingen met de gedragsdeterminant, hoe minder het doelgedrag gesteld wordt).
Voorbeeld van een positief verband: Hoe meer men aangaf dat de werkplek te luid te vinden, hoe meer werd aangegeven dat de gehoorbescherming gedragen wordt.
Voorbeeld van negatief verband: Hoe meer men aangaf dat de gehoorbescherming in de weg zit tijdens het werk, hoe minder werd aangegeven dat de gehoorbescherming gedragen wordt.
Uit ons onderzoek blijken 13 gedragsdeterminanten in een significant verband te staan met het doelgedrag. Het onderzoek naar de significante verbanden werd net als de andere analyses apart uitgevoerd voor groep 1 en een groep 2. Hieruit blijkt dat 11 verbanden in beide groepen significant blijken te zijn, in groep 2 werden nog eens twee extra significante gedragsdeterminanten gevonden (6C en 7, zie verder).
Het feit dat deze gedragsdeterminanten in significant verband staan, maakt dat de kans klein is dat dit verschijnsel gebaseerd is op toeval. We verwachten dit dus niet alleen te zien binnen onze steekproef maar ook binnen de rest van de populatie (alle werknemers en ploegleiders die werken in lawaai onder dezelfde voorwaarden als onze steekproef).
Het gaat over volgende 13 gedragsdeterminanten (sommige determinanten hielden meerdere vragen in):
Vraag | Gedragsdeterminanten |
1. A) Mijn stem klinkt vervelend met gehoorbescherming. B) Ik vind het vervelend dat geluiden zo anders klinken met gehoorbescherming 2. Gehoorbescherming zit in de weg tijdens mijn werk. 3. Ik vind het moeilijk om belangrijke geluiden (zoals heftruck/alarm) te horen als ik gehoorbescherming draag. 4. Ik ervaar problemen met het horen van mijn gereedschap of machines als ik gehoorbescherming draag. |
Fysieke context: aanbod
|
5. De inrichting van de werkomgeving motiveert me om gehoorbescherming te dragen. |
Fysieke context: inrichting |
B) De ploegleider draagt gehoorbescherming in lawaai op de werkvloer. C) Mijn preventieadviseur draagt gehoorbescherming in lawaai op de werkvloer 7. De preventieadviseur moedigt mij aan om gehoorbescherming te dragen. |
Sociale context |
8. Ik draag mijn gehoorbescherming omdat het een gewoonte is . |
Automatische drijfveren |
9. Zonder gehoorbescherming vind ik mijn werkplek te luid. 10. Ik vind dat werknemers gehoorbescherming moeten dragen elke keer ze in lawaai werken. 11. Ik zie het voordeel in van het dragen van mijn gehoorbescherming voor kortstondige blootstelling aan lawaai. 12. Ik ben in staat om de gehoorbescherming te dragen ook al dragen de meeste van mijn collega’s deze niet. |
Reflectieve drijfveren |
13. Ik weet waar ik gehoorbescherming moet dragen | Psychische competenties |
Wie vulde de post-meting in?
-
Afname in april-mei 2023
-
11 bedrijven
-
5 uit groep 1
-
6 uit groep 2
-
-
Aantal werknemers (incl. ploegleiders): 769 (die of pre-, of post-meting of beide hebben ingevuld)
-
Mate van implementatie toepassingen:
-
6 bedrijven hadden toepassingen om het draaggedrag te stimuleren geïmplementeerd tussen de pre- en post-meting.
-
5 bedrijven hadden in mindere mate toepassingen geïmplementeerd.
-
Belangrijke opmerking: op basis van de pre-test werd voor elk bedrijf een suggestieve aanpak met toepassingen uitgewerkt. Dit voorstel werd slechts 4 maanden voor de post-meting aangereikt aan de bedrijven. Deze impactmeting werd op zeer korte termijn uitgevoerd, hoewel een duurzame gedragsverandering tijd vraagt. Onderstaande resultaten moeten dus met enige voorzichtigheid geïnterpreteerd worden.
Welke invloed had het project op het (doel)gedrag?
Draaggedrag pre-meting (bij deze 11 bedrijven):
Draaggedrag post-meting (bij deze 11 bedrijven):
Zoals eerder aangegeven is dit een impactmeting op korte termijn. Om gedragsverandering te zien, zit er idealiter meer tijd tussen de ingevoerde acties en de post-meting.
We zien echter wel dat 13% van de participanten hun gehoorbescherming wel/meer zijn gaan dragen. Om na te gaan of deze verbetering significant is, en dus niet op toeval gebaseerd is, werden ook sociodemografische factoren (zoals leeftijd, geslacht, taal, …) meegenomen in de analyses.
Het ging over volgende sociodemografische factoren:
-
Taal (Nederlands of andere)
-
Geslacht (man/vrouw/x)
-
Bevestigd gehoorverlies
-
Geboortejaar
-
Groepen (1 of 2)
-
Type contract
-
Jaren in het bedrijf
Er bleek 1 factor significant gelinkt te zijn aan het dragen van gehoorbescherming, namelijk taal. Werknemers die de vragenlijst in een andere taal dan het Nederlands hebben ingevuld, geven significant meer aan hun gehoorbescherming te dragen dan zij die het in het Nederlands hebben ingevuld. Wat de verklaring hiervoor is, moet verder onderzocht worden, maar valt niet binnen de scope van dit onderzoek.
De overige factoren bleken geen significante invloed te hebben op het draaggedrag.
Na de factor taal meegenomen te hebben in de analyses bleek dat de 13% verbetering significant is. Werknemers rapporteren systematisch dat ze effectief meer gehoorbescherming dragen tijdens de post-meting. Dat zijn bemoedigende resultaten wat betreft de impact van de aandacht rond het thema lawaai.
Welke impact had het project op de 13 gedragsdeterminanten?
Vraag | Geen verandering | Misschien verandering* | Significante verandering** |
1. A) Mijn stem klinkt vervelend met gehoorbescherming.
B) Ik vind het vervelend dat geluiden zo anders klinken met gehoorbescherming. |
X | X | |
2. Gehoorbescherming zit in de weg tijdens mijn werk. | X | ||
3. Ik vind het moeilijk om belangrijke geluiden (zoals heftruck/alarm) te horen als ik gehoorbescherming draag. | X | ||
4. Ik ervaar problemen met het horen van mijn gereedschap of machines als ik gehoorbescherming draag. | X | ||
5. De inrichting van de werkomgeving motiveert me om gehoorbescherming te dragen. | X | ||
6. A) De meeste van mijn collega’s dragen gehoorbescherming in lawaai op de werkvloer. B) De ploegleider draagt gehoorbescherming in lawaai op de werkvloer. C) Mijn preventieadviseur draagt gehoorbescherming in lawaai op de werkvloer. |
X |
|
X X |
7. De preventieadviseur moedigt mij aan om gehoorbescherming te dragen. | X | ||
8. Ik draag mijn gehoorbescherming omdat het een gewoonte is. | X | ||
9. Zonder gehoorbescherming vind ik mijn werkplek te luid. | X | ||
10. Ik vind dat werknemers gehoorbescherming moeten dragen elke keer ze in lawaai werken. | X | ||
11. Ik zie het voordeel in van het dragen van mijn gehoorbescherming voor kortstondige blootstelling aan lawaai. | X | ||
12. Ik ben in staat om de gehoorbescherming te dragen ook al dragen de meeste van mijn collega’s deze niet. | X | ||
13. Ik weet waar ik gehoorbescherming moet dragen. | X |
*Misschien verandering: We kunnen niet met zekerheid zeggen of de verandering die we zien robuust is. De verandering kan berusten op toeval. Dit valt niet uit te sluiten en moet nog verder onderzocht worden.
**Significante verandering:
- De preventieadviseur draagt gehoorbescherming in lawaai op de werkvloer.
- De ploegleider draagt gehoorbescherming in lawaai op de werkvloer.
- De preventieadviseur moedigt mij aan om gehoorbescherming te dragen.
De werknemers gaan significant meer akkoord met deze stellingen. Dit kan mogelijk verklaard worden omdat de werknemers het gedrag van de preventieadviseur of ploegleider nu meer opmerken of omdat preventieadviseur/ploegleider dit gedrag ook effectief meer gaan stellen.
Algemene conclusie impactmeting
- Er is nog ruimte voor verbetering zowel op vlak van het doelgedrag als op vlak van de gedragsdeterminanten die het doelgedrag beïnvloeden.
- Er is echter wel al een significante verbetering van 13% vastgesteld in het gedrag. Dit is alvast een bemoedigend signaal wat de impact van de aandacht voor lawaai op de werkvloer betreft.
- Sleutelfiguren zoals een preventieadviseur en ploegleider zijn belangrijk. De gedragsdeterminanten die hieraan gelinkt zijn, waren (voorlopig) de enige gedragsdeterminanten waarbij we al een significante verbetering vastgesteld hebben.
- Een impactmeting op langere termijn is aanbevolen.
Neem zeker een kijkje in onze inspiratiegids om het draaggedrag in jouw onderneming in kaart te brengen en indien nodig te verbeteren!
Neem contact op met ons
Heb je vragen, suggesties, bedenkingen, ... ?